donderdag 16 december 2010

Ierse maffiabaas krijgt vier jaar voor witwaspraktijken

Christy Kinahan en zijn - briljante - advocaat
ANTWERPEN-Het hof van beroep in Antwerpen heeft de Ierse maffiabaas Christopher Kinahan veroordeeld tot vier jaar effectieve gevangenisstraf voor het witwassen van crimineel geld. Het hof bevestigt daarmee het vonnis dat de rechtbank van eerste aanleg. Het hof beval ook de onmiddellijke aanhouding van de Ierse "baas der bazen", die in Spanje wordt vervolgd voor internationale handel in verdovende middelen, wapentrafiek en witwaspraktijken. De Spaanse en Britse politiediensten stellen dat Kinahan en zijn wereldomspannende criminele netwerk honderden miljoenen euro crimineel geld heeft geïnvesteerd in vastgoed in Spanje en Brazilië.
Het Antwerpse witwasdossier dat Kinahan nu vier jaar cel kost, is qua omvang niet te vergelijken met het monsterdossier van de Spanjaarden en de Britten. Kinahan zou om en bij de 2,5 miljoen euro verdachte geld hebben witgewassen door te investeren in een commercieel pand aan de Grote Markt/Kaasrui in Antwerpen, een bescheiden villa in Brasschaat en een appartement in het winkelhart van Brasschaat. Die eigendommen raakte Kinahan nu definitief kwijt.
De advocaat van Kinahan voerde tijdens de beroepsprocedure alle argumenten aan die een advocaat maar kan verzinnen om zijn cliënt vrij te pleiten. Zo vond mr. Jan Eeckhout - die in de zaak-Janus Van Wesenbeeck optreedt voor Kinahan's landgenoot Dean McGillicuddy - dat Kinahan geen eerlijk proces had gekregen, dat het geheim van het onderzoek was geschonden...Om niet te zeggen: hij haalde alle truken van de foor boven. Het kostte het hof  dan ook enkele maanden om in zijn arrest een gemotiveerd antwoord op alle argumenten van Kinahan's raadsman te formuleren. Samengevat komt het arrest hierop neer: het hof veegt alle argumenten van Kinahan van tafel en bevestigt de straf die eerste rechter had opgelegd. 

woensdag 15 december 2010

UPDATE ZAAK-JANUS: Proces lamgelegd door nieuwe procedurekwestie

HASSELT - Het strafproces in Hasselt tegen de criminele organisatie van Janus "Harry Potter" van Wesenbeeck ligt opnieuw voor onbepaalde tijd stil. Een nieuwe procedureslag maakt de inhoudelijke behandeling van de zaak onmogelijk.

De megazaak tegen de Eindhovense misdaadboss Janus Van Wesenbeeck raakt maar niet uit de startblokken. De zaak ligt al sinds 24 november op apegapen, omdat advocaat Hans Rieder namens Janus' jongere broer Tinus van Wesenbeeck een wrakingsprocedure had aangespannen tegen de drie vrouwelijke rechters in Hasselt. Het wrakingsverzoek werd door het hof van beroep in Antwerpen onontvankelijke verklaard omdat het hof van mening is dat Rieder zijn wrakingsverzoek te laat heeft ingediend.

Kris Luyckx
Hans Rieder en zijn Antwerpse confrater Kris Luyckx, de raadsman van (de vermeende) hasjspecialist Farid  Sarwari en de (vermeende) geldwisselaar M'hamed Chihabi , tekenden echter cassatieberoep aan tegen de beslissing. Luyckx had ontdekt dat het openbaar ministerie tijdens de behandeling van het wrakingsverzoek werd vertegenwoordigd door federaal magistraat Marianne Cappelle, terwijl volgens Luyck enkel het parket-generaal van Antwerpen bevoegd was om op te treden in de wrakingskwestie.

Gisteren ontstond er een bitsige confrontatie tussen advocaat Luyckx en federaal magistraat Marianne Cappelle. Volgens Cappelle kon de zaak wel behandeld worden, omdat de cassatieprocedure de zaak in dit geval niet zou opschorten. Capelle waarschuwde de rechtbank ook om niet in te gaan om de tactische manoevres van de verdediging "die er enkele op gericht zijn om de zaak te vertragen." Cappelle: "De advocaten van een aantal verdachten distantiëren zich zogezegd van de vertragingsmanoevres van hun confraters Rieder en Luyckx, maar ze gebruiken die vertraging in de procedure wel als argument om bij de Kamer van Inbeschuldigingstelling te pleiten voor de invrijheidstelling van hun cliënten."  Wat Capelle bedoelt is dat de advocaten een cynisch spelletje Good Cop-Bad Coop spelen. Rieder en Luyckx spelen het procedurespel keihard om de zaak in de soep te laten draaien, zodat de big shots zonder verpinken om hun vrijlating kunnen vragen "omdat de zaak zo aansleept." Het federaal parket wil uiteraard vermijden dat een aantal verdachten zouden worden vrijgelaten, omdat een aantal van hen wel eens naar het buitenland zou kunnen verdwijnen. Hoofdverdachte Janus van Wesenbeeck en zijn rechterhand Robert van Vroenhoven, om maar een voorbeeld te geven, wonen officieel in Zuid-Afrika.

Kris Luyck ging gisterenmorgen in Hasselt fors in de tegenaanval. "Het openbaar ministerie is niet alleen de vervolgende partij, maar ook de hoeder van de wet. Het zou goed zijn dat het openbaar ministerie eens een wetboek zou vastpakken. Als u de wet er op na zou lezen, dan zal u vaststellen dat de cassatieprocedure de zaak wél opschort."

De voorzitter van de rechtbank onderbrak Luyckx. "Ik vraag beide partijen om op te houden met die persoonlijke aanvallen. We behandelen hier een zaak." 
De rechtbank trok zich even terug over de cassatie-kwestie en gaf Luyckx gelijk. De cassatieprocedure schort de zaak wel op. De voorzitster stond er wel op om alvast een nieuwe procesdatum vast te leggen. "We hernemen de zaak op 3 januari. Hopelijk heeft cassatie dan een arrest geveld."

De zaak-Van Wesenbeeck draait uit op een nooit geziene procedureslag. Na de zitting waren een aantal advocaten al aan het speculeren over nieuwe technische problemen. "Mocht de rechtbank wel een nieuwe datum vastleggen? Strikt genomen mag de rechter dat niet doen, aangezien de rechtbank zich nog in een wrakingsfase bevindt.."
Pol Vandemeulebroucke
Mr. Pol Vandemeulebroucke, de andere advocaat van Farid Sarwiri bemoeide zich niet met de procedureslag. Hij drong namens zijn cliënt wel aan op minder draconische veiligsheidsmaatregelen tijdens de overbrengingen van de gevangenis naar de rechtbanken. "Mijn cliënt heeft astma. Tijdens de overbrenging krijgt hij niet alleen een donkere skibril, maar ook een zwarte zak over zijn hoofd. Vorige week is hij tijdens een overbrenging zo onwel geworden, dat de agenten de wagen aan de kant hebben moeten zetten om hem bij te staan. U mag mijn cliënt 500 boeien aandoen, maar kan men alstublieft stoppen met een zak over zijn hoofd te trekken?"

Hoofdverdachte Janus van Wesenbeeck weigert overigens ook om aanwezig te zijn tijdens het proces, omwille van de draconische veiligheidsmaatregelen tijdens de overbrenging van de gevangenis naar de rechtbank. Van Wesenbeeck heeft tijdens zijn detentie een zware hartoperatie moeten ondergaan. "Iedereen roept maar dat mijn vader zijn proces niet wil bijwonen, maar dat klopt niet. Hij wil dat juist heel graag, maar zijn artsen stellen dat zijn hart te zwak is. De manier waarop hij wordt behandeld, is gevaarlijk voor zijn gezondheid. Hij moet een skibril op, een koptelefoon met luide muziek en een zak over zijn hoofd. Dat veroorzaakt zoveel stress, dat zijn hart het zou kunnen begeven. En dat doen ze voor een traject van nauwelijks één kilometer. Is dat niet een beetje overdreven?"

Nieuw corruptieproces voor Touareg Tuur

ANTWERPEN-Tuur Ceuppens, de voormalige kabinetsmedewerker van de Antwerpse schepen/wethouder Ludo Van Campenhout die onlangs vrijuit ging in een corruptiezaak, zal opnieuw voor de rechter moeten verschijnen. Ceuppens kreeg een terreinwagen ter waarde van 42.000 cadeau van projectontwikkelaar Xavier Painblanc omdat hij het afleveren van een bouwvergunning een duwtje had gegeven, maar de rechtbank was van oordeel dat de feiten niet beschouwd kunnen worden als omkoping. Zowel het parket als het schepencollege van de stad Antwerpen hebben beroep aangetekend tegen het vrijspraakvonnis.

De feiten dateren uit 2005. Ceuppens werd gecontacteerd door vastgoedspeculant Xavier Painblanc, die in de rats zat omdat een vergunningsdossier van een ontwikkelingsproject in de Kammenstraat maar bleef aanslepen. Ceuppens zorgde ervoor dat de beslissing over de vergunning versneld op de agenda van het schepencollege werd geplaatst. “Ceuppens zo fier dat hij de zaak had geregeld, dat hij de bouwvergunning persoonlijk ging afleveren bij Painblanc”, aldus het openbaar ministerie.
Twee maanden later nodigde Painblanc de kabinetsmedewerker uit voor een diner in een restaurant. Painblanc bedankte Ceuppens voor zijn interventie en vroeg waarmee hij de ambtenaar-kabinetsadviseur kon belonen. Ceuppens liet ongeneerd weten dat hij wel geïnteresseerd was in de Volkswagen Touareg waarmee een medewerker van Painblanc rondreed. De terreinwagen was op dat moment 42.000 euro waard.
Ceuppens kocht de terreinwagen met eigen spaargeld over van de leasemaatschappij, maar Painblanc gaf hem het geld later in contanten terug. Om de transactie te verhullen, stelden ze een valse leningovereenkomst op. Op papier leende Ceuppens het geld van Painblanc, maar in werkelijkheid was het nooit bedoeling om dat bedrag terug te betalen.
“Een glasheldere zaak”, vond het openbaar ministerie. Volgens aanklager Zymler hadden Ceuppens en Painblanc zich schuldig gemaakt aan corruptie en valsheid in geschrifte. De verdediging van Ceuppens argumenteerde dat er geen sprake was van corruptie. “Om van corruptie te kunnen spreken, moet er sprake zijn van een voorafgaandelijke belofte of afspraak”, aldus mr. Fred Erdman. “In deze zaak is er van zo’n voorafgaandelijke belofte geen sprake. Ceuppens leverde spontaan een vriendendienst en werd daar achteraf voor beloond. Je kan je heel wat ethische vragen stellen over het gedrag van Ceuppens, hij had die wagen nooit mogen aannemen, maar dat betekent nog niet dat hij een strafbaar feit heeft gepleegd.”
De rechtbank volgde redenering van de Erdman. “Beloningen achteraf kunnen niet worden beschouwd als corruptie en de betichten dienen daarom te worden vrijgesproken”, aldus rechtbankvoorzitter Potargent. Ook de valsheid in geschrifte is niet bewezen. “De leningovereenkomst was vals, maar het is niet bewezen dat Ceuppens en Painblanc met die overeenkomst doelbewust iemand hebben willen benadelen. Het is overigens het recht van burgers om een bepaald gedrag, dat geen misdrijf inhoudt, te verhullen of te ontrekken aan de openbaarheid.”
Het stadsbestuur en het parket vangen dus een tweede keer bot. Ceuppens was ten tijde van de visa-crisis ook al een van de verdachten, maar ook in die zaak ging hij vrijuit. Maar het parket laat Ceuppens nog niet los. De procureur besliste om beroep aan te tekenen, waardoor overgedaan zal worden voor het hof van beroep. Het schepencollege van de stad, de voormalige werkgever van Ceuppens, besliste vrijdag ook al om als burgerlijke partij beroep aan te tekenen tegen het vrijspraakvonnis.

donderdag 9 december 2010

Expert kasgeldfraude van zaak-Van Praag gehaald

ANTWERPEN-Het strafonderzoek naar vermeende kasgeldfraude bij de voormalige electronicaketen Hugo Van Praag neemt opnieuw een bizarre wending. De Antwerpse procureur heeft substituut Peter Van Calster, die door vriend en vijand wordt beschouwd als dé Belgische specialist inzake kasgeldfraude, van de zaak-Van Praag gehaald. Waarom Van Calster zijn dossiers heeft moeten afstaan, is niet duidelijk. Volgens de parketwoordvoerder gaat het om "een strategische beslissing."

Het is al de tweede keer dat de procureur van Antwerpen beslist om een parketmagistraat van het omvangrijke en politiek hypergevoelige strafdossier te halen. Toen de affaire in 2004 in alle hevigheid losbarstte met de aanhouding van Dirk Van Praag en bedrijfsrevisor Boudewijn Van Ussel, was de zaak in handen van substituut Eric Van Dooren. Het dossier sleepte lang aan, zoals wel vaker gebeurt met financiële dossiers, en Van Dooren verraste op zeker moment door aan te sturen op de buitenvervolgingstelling van hoofdverdachte Boudewijn Van Ussel, een vennoot van het revisorenkantoor Ernst&Young. Van Dooren werd later fiscaal rechter, waardoor een nieuwe parketmagistraat het loodzware dossier moest overnemen.

Substituut Peter Van Calster, de fraudespecialist die ook de grote diamantdossiers beheert, nam het dossier van Van Dooren over. Van Calster werd in de parlementaire Onderzoekscommissie Fraude binnengehaald als dé Belgische autoriteit op het vlak van bestrijding van fraudeconstructies met zogenaamde kasgeldvennootschappen. Van Calster reanimeerde het dossier-Van Praag, tot grote ontevredenheid van een aantal betrokkenen die dachten aan vervolging te kunnen ontsnappen.

Het grote onderzoek naar kasgeldfraude is tot op vandaag nog niet verwezen naar de correctionele rechtbank. Daardoor komt het dossier in de gevarenzone van de verjaring en de advocaten van de verdachten spreken nu al van het verstrijken van de redelijke termijn. De correctionele rechtbank behandelde gisteren wel een afgesplitst dossier, waarin Van Praag, zijn boekhouder en revisor Van Ussel in de beklaagdenbank zitten. Het dossier draait fiscale inbreuken die zouden zijn gepleegd bij beleggingen in aandelen. Het openbaar ministerie vorderde 6 maanden met uitstel tegen de drie beklaagden. Opvallend: de correctionele kamer die de zaak kreeg toegewezen, werd gisteren niet voorgezeten door de vaste voorzitter, maar door de voorzitster van de 8 C kamer, die doorgaans drugszaken behandelt.

zaterdag 4 december 2010

Bericht uit Absurdistan

Pool veroorzaakt ongeval in Antwerpen: 
Justitie laat Poolse burgemeester opdraaien voor kosten

ANTWERPEN-De burgemeester van het Poolse stadje Radom weet niet meer waar hij het heeft: het Antwerpse gerecht heeft hem aansprakelijk gesteld voor de schade en de kosten die een van zijn inwoners bij een ongeval in Antwerpen heeft veroorzaakt. Reden: de naam van de burgemeester stond vermeld op het rijbewijs van de Pool die het ongeluk veroorzaakte. "Maar ik heb niets met die man te manken", zegt burgemeester Andrzej Kostowniak. "Ik ben gewoon de autoriteit die het rijbewijs heeft afgeleverd. Ik kan toch niet verantwoordelijk worden gehouden voor de ongevallen die mijn inwoners zouden veroorzaken?"

Het verhaal van Andrzej Kostowniak, de 34-jarige burgemeester van Radom, een stad met meer dan 100.000 inwoners, heeft inmiddels een diplomatiek staartje gekregen. Kosztowniak probeert de Belgische autoriteiten al twee jaar aan hun verstand te brengen dat hij gewoon de burgemeester van Radom is en dat zijn handtekening op ieder rijbewijs staat. De telefoontjes uit het verre Radom leverden echter niks op - justitie vervolgde en veroordeelde Kosztowniak - waarop de burgemeester ten einde raad naar de Belgisch ambassade in Warschau trok met zijn verhaal uit Absurdistan. België, dus.

Het verhaal begint op 15 november 2007, wanneer Kaim L., een inwoner van Radom, in Antwerpen een verkeersongeluk veroorzaakt waarbij gewonden vallen. De politiefunctionaris die het proces-verbaal opstelt, schrijft niet alleen de naam van Kaim L. over uit het rijbewijs, maar noteert nog een tweede naam: Prezydenti Miastro Radomia Andrzej Kosztowniak. Vrij vertaald: de voorzitter-burgemeester van Radom, Andrzej Kosztowniak. De politiefunctionaris heeft dat niet in de smiezen en gaat er vanuit dat het om de werkgever van Kaim L. gaat. En vervolgens krijgt niet alleen de man die het verkeersongeval veroorzaakte een dagvaarding in de bus, maar ook zijn burgemeester.

Kosztowniak belt - totaal verbijsterd -  naar de Antwerpse deurwaarder die hem slechte nieuws meedeelt. "Hoe kan men mij dagvaarden als ik niks met die hele zaak te maken heb", vraagt hij. Na ettelijke telefoontjes gaat hij er vanuit dat het wel geregeld zal worden. Zo gek kunnen zelfs de Belgen niet zijn, denkt hij.

Dàt blijkt een misrekening. Het parket zet zijn vervolging gewoon verder en ook de rechtbank stelt zich totaal geen vragen bij wie die mijnheer Andrzej Kosztowniak nu eigenlijk is. De politierechtbank veroordeelt Kaim L. voor de feiten en stelt de burgemeester mede-aansprakelijk voor de kosten en de schade. En aangezien Kaim L. niet meteen geneigd is om te betalen, dwarrelt nu de ene aanmaning na de ander binnen op het stadhuis van Radom.

Het Antwerpse parket bevestigt dat in de zaak van Kaim L. een tweede persoon medeaansprakelijk is gesteld. Waarom de burgemeester mee werd vervolgd en veroordeeld, kan het parket voorlopig niet zeggen. "We willen de zaak eerst nog eens grondig bekijken, voor we commentaar geven", aldus een woordvoerder.

vrijdag 3 december 2010

UPDATE ZAAK-JANUS: Hof van Beroep buigt zich over wrakingsverzoek

Rechters beschikten maanden voor hun aanstelling al over geheim strafdossier

ANTWERPEN- De drie Hasseltse rechters die moeten oordelen over de zaak-Janus Van Wesenbeeck, waren al maanden voor hun aanstelling in het bezit van het strafdossier. Om het dossier in te kunnen studeren, kregen de drie rechters al inzage in het dossier nog voor de verwijzing van de verdachten een feit was. "Volgens de wet kan dit niet", zegt mr. Hans Rieder, de advocaat van Jacobus "Tinus" Van Wesenbeeck, de jongere broer van hoofdverdachte Janus

Hans Rieder
De kwestie kwam gisteren/donderdag aan het licht tijdens de behandeling van de wrakingsverzoeken die Tinus Van Wesenbeeck had ingediend tegen de drie Hasseltse rechters (daarover hieronder meer). Volgens Hans Rieder en zijn confrater Kris Luyckx, die optreedt voor de verdachten Farid Sarwari en M'Hamed Chihabi, is het ongehoord dat rechters al inzage krijgen in strafdossiers op het moment dat ze in de zaak nog niet eens zijn "gevat." "De drie rechters blijken al drie maanden over het strafdossier te beschikken, zo ben ik toevallig te weten gekomen", aldus mr. Rieder. "De eerste voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Hasselt heeft hen blijkbaar drie maanden verlof gegeven om het dossier-Van Wesenbeeck in te studeren. Op 4 oktober behandelde dezelfde rechtbank een verzoekschrift tot voorlopig invrijheidstelling van twee andere verdachten in de zaak. Op dat moment waren de drie rechters officieel nog niet gevat voor de behandeling ten gronde van de zaak-Van Wesenbeeck. Tijdens die zitting van 4 oktober bleek niet alleen dat de rechters het dossier al zeer goed kenden, ze bleken zelfs al over een ontwerp van de dagvaarding te beschikken. Tijdens die zitting heeft de rechtbank het openbaar ministerie er zelfs op gewezen dat er fouten in het ontwerp van de dagvaarding stonden! Dit kan toch absoluut niet door de beugel."
Dat de rechters al over het strafdossier beschikten op het moment dat de verdachten nog niet waren doorverwezen naar de correctionele rechtbank, zou zelfs een strafbaar feit kunnen zijn. "Op het moment dat de rechters inzage kregen in het onderzoeksdossier, hadden ze in feite nog niets te maken met deze zaak. Bovendien is het verboden om derden toegang te geven tot het dossier, zeker voor er sprake is van de verwijzing. Het schenden van het inzagerecht is een misdrijf."
Kris Luyckx: "Vorige zitting? Welke vorige zitting?"
Marianne Cappelle, de federale magistraat die optreedt als Openbaar Ministerie, reageerde verbolgen op de kritiek van Hans Rieder. "Het gaat hier om een enorm ingewikkelde en omvangrijke zaak. Het gaat een vijftigtal kaften vol dossierstukken. Je kan van rechters toch niet verwachten dat ze al die stukken op een paar dagen tijd zouden instuderen. De voorzitter van de rechtbank van Hasselt is gewoon heel voorzienend geweest door de drie rechters alvast de tijd te geven om het dossier goed in te studeren. Als hij dat niet had gedaan, zou de behandeling van de zaak vele maanden op zich hebben laten wachten. Als de voorzitter die niet had gedaan, zouden de advocaten wellicht zeggen dat de zaak te lang aansleept en dat hun cliënten daarom in vrijheid gesteld moet worden."
Mr. Rieder repliceerde scherp. "Ik begrijp wel waarom men dit doet? U wil kost wat kost voorkomen dat verdachten voor het proces in vrijheid zouden worden gesteld, door de tijd tussen de verwijzing en de behandeling van de zaak kunstmatig kort te houden. U kunt dat misschien goede organisatie noemen, maar de wet laat dit soort praktijken niet toe."

Partijdige rechters?
De discussie over het tijdstip waarop de drie rechters inzage kregen in het onderzoeksdossier zal wellicht nog een juridisch staartje krijgen, maar het wrakingsverzoek dat mr. Rieder namens zijn cliënt had neergelegd ging over andere feiten. 

Waarom wil Rieder de drie rechters laten wraken?

Op 4 oktober verschijnen Janus Van Wesenbeeck en Robert Van Vroenhoven voor de rechtbank in Hasselt. Beide verdachten hebben een verzoek tot voorlopige invrijheidstelling ingediend. Tijdens de zitting zijn aanwezig: de drie (gewraakte) rechters, de twee verdachten, hun advocaat Luc Delbrouck en het parket/openbaar ministerie. De rechtbank wijst het verzoek van beide verdachten af. Hoewel de drie rechters nog niet gevat zijn om ook het dossier ten gronde te behandelen, spreekt de rechtbank het Openbaar Ministerie én advocaat Delbrouck aan over de behandeling van de zaak ten gronde. De rechters delen mee dat er op 22 oktober een agendazitting zal worden gehouden. Op die dag zal worden vastgelegd welke advocaat op welke dag zal pleiten. De rechtbank - die op dat moment nog niet officieel is gevat om de zaak ten gronde te behandelen - vraagt aan advocaat Delbrouck om een boodschap over te dragen aan de andere advocaten in de zaak: ze moeten op 22 oktober kenbaar maken wanneer ze willen pleiten en hoeveel tijd ze menen nodig te hebben. De rechtbank richt zich ook tot het Openbaar Ministerie: volgens de rechters is het OM in haar ontwerp van dagvaarding vergeten om de incriminatieperiode (per verdachte) te vermelden bij de tenlastelegging "criminele organisatie". Bovendien is er een probleem met de tenlastelegging witwassen, zo merkt de rechtbank op. De onderliggende handeling voor het misdrijf witwassen blijkt niet te zijn gespecifieerd in de dagvaarding. 

Zitting 22 oktober 2010

Tijdens de zitting van 22 oktober lijkt er vooralsnog geen vuiltje aan de lucht. De advocaten laten aan de rechtbank weten wanneer ze in de zaak willen pleiten en hoeveel tijd ze nodige menen te hebben. Ook het Openbaar Ministerie maakt zijn intenties over aan de rechtbank; de federale magistraat geeft te kennen twee dagen nodig te hebben om de zaak uit de doeken te doen. De aanklager legt ook een nota neer waarin de dagvaarding wordt aangepast - zoals de rechters op 4 oktober hebben gevraagd. Volgens Hans Rieder en Kris Luyckx sprak federaal magistraat Marianne Cappelle op dat moment "de gevleugelde woorden" : "zoals u tijdens de vorige zitting hebt gevraagd.."

Op dat moment zou mr. Kris Luyckx zijn opgeveerd. "Wat bedoelt u met vorige zitting? Op welke zitting doelt u? Wij waren bij die zitting niet aanwezig?"

Mr. Hans Rieder zou vervolgens ingepikt hebben op de opmerkingen van Luyckx. Ook hij wil weten over welke zitting het dan wel zou gaan. De advocaten vragen aan de rechtbank dat de griffier de - vermeende - "gevleugelde woorden" van federaal magistraat Marianne Cappelle letterlijk zou neerschrijven op het zittingsblad, maar de rechtbank weigert om die - betwiste - uitspraak letterlijk te noteren. Rieder wil weten of de rechtbank op 4 oktober inderdaad aan het OM heeft gevraagd om een aantal zaken in de dagvaardig aan te passen of op te helderen. 

Volgens de advocaten heeft de rechtbank niet alleen geweigerd om de vermeende uitspraak van Marianne Cappelle te acteren op het zittingsblad, de voorzitter zou de nota van het OM ook snel hebben teruggegeven aan Cappelle zodat het niet als "neergelegd stuk werd beschouwd." Voor alle duidelijkheid: zowel federaal magistraat Cappelle als de - gewraakte - rechters bestrijden deze versie van de feiten.

22 november 2010: Rieder vraagt dat de rechters zich vrijwillig terugtrekken

Op 22 november moet de zaak-Van Wesenbeeck écht van start gaan, maar zover zal het niet komen. Mr. Rieder neemt het woord. Hij wil weten of het klopt dat de rechters op 4 oktober - de bewuste dag dat het verzoek tot invrijheidstelling van Janus Van Wesenbeeck en Robert Van Vroenhoven werd behandeld - aan het OM hebben gevraagd om opheldering te geven over de vordering van het OM, zonder dat de andere partijen daarbij aanwezig waren. Rieder vraagt dat de rechters zich vrijwillig zouden terugtrekken, zodat de rechtbank de zaak in een andere samenstelling zou kunnen voortzetten. Rieder is van mening dat de rechten van zijn cliënt zijn geschaad, omdat hij niet aanwezig was op de bewuste zitting van 4 oktober (een zitting die formeel niks met de behandeling ten gronde te maken had). Rieder wil de vervangende parketmagistraat laten getuigen en dreigt ermee om de rechters te wraken, als zijn voorstel niet wordt ingewilligd. Hij overhandigt ook een conclusie waarin hij argumenteert dat er op 4 oktober wellicht zaken zijn besproken die tijdens die zittingen niet besproken hadden mogen worden.

Het incident doet de voorzitter besluiten om de zaak te schorsen. De rechters trekken zich terug en keren enkele uren later terug met een tussenvonnis. Daarin stelt de rechtbank dat de rechten van de verdediging niet zijn geschonden en dat de zaak kan worden hervat. Rieder en zijn cliënt stappen op. Twee dagen later liggen er drie wrakingsverzoeken op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg. 

Openbaar Ministerie: "Verrottingsstrategie"

Het Openbaar Ministerie schuwde de harde woorden gisteren/donderdag niet. Hans Rieder zou aan de "tactische noodrem" hebben getrokken. Een manoevre dat zou passen in een cynische "verrottingstrategie" om ervoor te zorgen dat de verdachte zich niet zou moeten verantwoorden voor zijn daden. Die strategie heeft de verdediging, dixit Cappelle, ook toegepast tijdens het vooronderzoek. "Het vooronderzoek en de controle op de Bijzondere Opsporingsmethoden is enorm moeizaam verlopen. We hebben een grote hoeveelheid procedurekwestie moeten oplossen, maar de volgens het hoogste hof zijn de rechten van verdedediging nooit geschaad."
"Hoe zou de rechtbank de rechten van de verdediging kunnen hebben geschaad", aldus Cappelle. "De rechtbank streefde enkel naar een goede communicatie met de verschillende partijen. Dat is ook in het belang van de verdediging."

Die dekselse Hans Rieder, met zijn procedurekwesties en vormfouten. Maar in haar pleidooi om het wrakingsverzoek af te wijzen, wierp Capelle zelf een procedure-argument op. "De wrakingsverzoekschriften zijn laattijdig ingediend", aldus Cappelle. "Onze wet stelt dat wrakingsverzoeken onmiddellijk moeten worden ingediend. Mr. Rieder verwijst wel naar het tussenvonnis van 22 november 2010, maar eigenlijk draait de wrakingsprocedure om de zitting van 4 oktober. Mr. Rieder wist op 22 oktober al wat er op die zitting van 4 oktober was gebeurd. Dat blijkt uit zijn eigen conclusies die hij op 22 november heeft neergelegd. Hij doet een maand lang niets, behalve stukken opvragen die zijn wraking kunnen stofferen. Op 22 november vraagt aan de rechtbank om zich terug te trekken en pas op 24 november legt hij zijn verzoekschriften neer. Mr. Rieder had echter geen reden om zolang te wachten. Volgens het gerechtelijk wetboek had hij zijn verzoekschrift tot wraking onmiddellijk moeten neerleggen."

Volgens Cappelle is het verzoekschrift ook ongegrond, omdat het voorafgaandelijk contact tussen het OM en de rechters de "verdediging enkel ten goede zijn gekomen. Hoe zou men dan de rechten van verdediding kunnen schenden. De rechtbank heeft juist zorgvuldig gehandeld."


Mr. Rieder repliceerde rustig, maar scherp. "Het feitenrelaas van het OM komt zeer dicht bij de waarheid. Alles wat het OM vertelt, is feitelijk juist. Helaas vertelt het OM een aantal zaken niet. Bovendien bewijst het OM niet te begrijpen waar het echt om gaat."

"Als raadsman van de beklaagde heb ik gezocht naar bewijs van het feit dat een rechtbank voorafgaandelijk aan een zaak, in afwezigheid van een van de partijen, een vraag of opmerking heeft gericht aan een andere partij, het Openbaar Ministerie. De rechtbank stelt een "obscuri libelli" vast. Door dat te doen, ontneemt de rechtbank de verdediging een argument dat wij hadden kunnen of moeten opwerpen tijdens de behandeling van de zaak.  De rechtbank doet dat bovendien op een moment dat ze zelfs nog niet is gevat voor deze zaak. Hoe denkt u dat dat overkomt bij mijn cliënt? Die denkt: wat bespreken die nog allemaal in mijn afwezigheid? Wat denkt u dat het Europees Hof in Straatburg zou denken van die gang van zaken?"

"Mijn verzoekschrift is niet laattijdig, maar juist op tijd. Wij waren niet op de hoogte van de zitting van 4 oktober. Wij horen op 22 oktober voor het eerst dat er iets moet zijn gebeurd op 4 oktober, maar aangezien de rechtbank weigert om dit te acteren op het zittingsblad, kunnen wij dat op 22 oktober niet bewijzen. Het gaat om de gevleugelde woorden "zoals u tijdens de vorige zitting hebt gevraagd." Ik kon niet anders dan stukken opvragen om bewijzen te zoeken. Dat bewijs is uiteindelijk pas geleverd in het tussenvonnis van 22 november. Twee dagen later heb ik mijn wrakingsverzoeken neergelegd."

Het hof van Beroep in Antwerpen moet dus beoordelen of de wrakingsverzoeken tijdig zijn ingediend en of de handelswijze van de rechtbank de rechten van de verdediging heeft geschaad en of er twijfel kan zijn over de onpartijdigheid van de rechtbank. Uitspraak op 8 december.