Laat eens een boef lopen, deel IV

Interpol jaagt op vrijgelaten drugsverdachte

ANTWERPEN-De internationale politieorganisatie Interpol heeft Elvis Dedaj, een Kosovaar die in Antwerpen werd veroordeeld wegens betrokkenheid bij het invoeren van grote partijen cocaïne via de haven van Antwerpen, op de lijst van Wanted Fugitives gezet. Dedaj is al meer dan een jaar voortvluchtig, omdat het parket 'vergat' om beroep aan te tekenen tegen zijn vrijlating.


Even recapituleren. Op 17 februari 2011 raakte via deze site bekend dat het Antwerpse parket twee hoofdverdachten in een belangrijk internationaal onderzoek naar cocaïnesmokkel had laten lopen. Het ging om de inmiddels veroordeelde verdachten Ali D. en Elvis Dedaj. Deze twee heren werden beschouwd als de hoofdverdachten in een van de ontelbare cocaïnedossiers die bij het parket van Antwerpen worden gedraaid. In het dossier-Dedaj werden door onderzoeksrechter Bruno De Hous acht verdachten aangehouden. De raadkamer in Antwerpen besliste begin 2011 om de twee hoofdverdachten vrij te laten uit hun voorlopige hechtenis. Tot verbazing van de verdachten zelf, liet het parket de kans liggen om tegen die vrijlating beroep aan te tekenen, waardoor beide verdachten de Begijnenstraatgevangenis mochten buitenwandelen. De handelswijze van het parket viel niet alleen in slechte aarde bij de onderzoeksrechter, ook de Nederlandse politie en justitie waren not amused. De Nederlanders hadden Ali D. en Dedaj immers op een presenteerblaadje aangeboden bij hun Antwerpse collega's. De Nederlanders tipten hun Antwerpse collega's op 19 mei 2010 dat een groep Nederlanders en Belgen drugs zouden gaan "uithalen" in de haven van Antwerpen. De Rotterdammers speelden niet alleen de ontmoetingsplaatsdoor, maar konden de Antwerpenaren ook een aantal nummerplaten bezorgen van auto's waarin de bendeleden zich verplaatsten. De Antwerpse federale politie startte onmiddellijk een observatie in de buurt van Metropolis. Met resultaat. De politie ziet hoe een aantal verdachten elkaar treffen, weer uit elkaar gaan, naar het havengebied gaan en elkaar opnieuw ontmoetingen. Op 20 mei komt de politie in actie tegen de verdachten. Verschillende verdachten worden opgepakt en de rechercheurs nemen.

Dat de Nederlanders hun Antwerpse collega's tipten over de activiteiten van de groep-Dedaj, was geen daad van onbaatzuchtigheid. Het kwam de Nederlanders niet slecht uit als Elvis Dedaj en Ali D. in België achter het gaas zouden gaan, want het duo liep bij het parket van Rotterdam in de kijker in een veel omvangrijker drugsonderzoek, het zogenaamde Artois-dossier. Het zogenaamde ARTOIS-onderzoek richt zich voornamelijk op de invoer van cocaïne via de haven van Rotterdam. In het kader van dat onderzoek werd in april 2010  30 kg cocaïne aangetroffen in koelcontainer met bananen. De club zou zich niet beperken tot invoer, een deel van de groepering zou zich ook bezig houden met straathandel in Rotterdam. De opbrengsten van hun drugshandel zouden ze ondermeer investeren in een Aquapark in Marokko. De arrestatie, door de Belgen, gaf de Nederlanders tijd om hun dossier af te werken. Twee dagen nadat ze in Antwerpen de gevangenis mochten verlaten, zouden D. en Dedaj worden verhoord door de Nederlandse recherche. Uiteraard kwamen beide heren niet opdagen voor hun verhoor. D. werd enkele weken na zijn vrijlating opnieuw opgepakt in Spanje, Dedaj is tot op heden voortvluchtig.